“De begeleider is de cliënt en de cliënt is de begeleider”
“De begeleider is de cliënt en de cliënt is de begeleider”; Een zin die regelmatig in me opkomt. Een zin waar ik veelal geen vrienden mee maak. Een zin die weerstand oproept, want hoe haal je dit in je hoofd? Een zin die vele gezichtspieren in beweging zet en vormen aan laat nemen waarvan ik niet wist dat ze daartoe in staat waren. Verbazing, afgrijzen, alsof ik niet ‘goed bij mijn hoofd ben’. En in veel gevallen denk ik ‘ja en toch is het zo!’. Want wat als je echt durft te kijken, wat zie je dan? Wat als je echt durft te luisteren, wat hoor je dan? Wat als je echt durft te voelen, wat voel je dan?
In de jaren dat ik werk met mensen met een verstandelijke beperking, is me vaak opgevallen dat zij misschien niet de geschoolde vaardigheden bezitten zoals het overgrote deel van de mensen, maar ze bezitten zoveel andere authentieke vaardigheden. Vaardigheden die ons vaak de pet te boven gaan. Waar we geen oog voor hebben of die we weg zetten als ‘ja hij voelt wel heel goed aan ja’. Dat raakt me. Dagelijks raakt het me recht in mijn hart. Lang heb ik me machteloos gevoeld. Ik heb mijn mening geuit, maar dit werd niet altijd gehoord of gewaardeerd. Mensen vinden het lastig om een kritische mening te horen, vooral wanneer deze van je vraagt om naar jezelf te kijken in plaats van naar de ‘cliënt’. Dat zijn we met z’n allen gewend. Kijken naar de cliënt; wat laat hij [1]uitlegWanneer ik in dit artikel ‘hij’ schrijf, bedoel ik hiermee zowel ‘hij’ als ‘zij’. Om het artikel prettig leesbaar te houden, kies ik er echter voor om ‘hij’ te gebruiken. in zijn gedrag zien, hoe is de situatie? Wat moeten we wel of niet doen en in welke volgorde, zodat we grip houden op het gedrag en blijven begrijpen waar het vandaan komt. Maar wat nou als je er geen grip op kunt houden? Als je er geen grip op moet willen houden, want mag iemand gewoon zijn wie hij is en zich voelen zoals hij zich voelt? En de belangrijkste vraag; wat doet dit dan met jou? Wat laat hij jou voelen? Dat je faalt? Dat je vandaag geen lach of de nodige ontspanning kunt geven? Dat je niet goed genoeg bent? Vragen die iets zeggen over jou en die de meeste mensen het liefst uit de weg willen gaan.
Wat als je niet kunt bereiken bij de ander wat je wilt bereiken?
Dan duiken we in de boeken en pakken we een methode uit de kast. Als we er grip op kunnen houden met een mooi stappenplan, dan komen we achter de antwoorden die we zoeken. Nu heb ik niets tegen het werken met methodes, want er zitten echt goede methodieken tussen. Maar wat me opvalt is dat het vaak ingezet wordt als hét redmiddel als we het echt niet meer weten. Een methode is en blijft echter gewoon een hulpmiddel. Een hulpmiddel om de antwoorden te vinden die uiteindelijk in jezelf schuilen. Maar hoe vind je die? Naar mijn mening vraagt dat kijken, voelen, onderzoeken, met een oprechte intentie, lef en een open blik. Niet om het gedrag wat niet wenselijk is, weg te poetsen, maar om weer in verbinding met elkaar te komen. En mag het tijd, aandacht en energie kosten? Mag het tijd en aandacht vragen of willen we volgende week (wat zeg ik, morgen!) resultaat zien van onze inspanningen. Lees daarmee; cliënt is rustiger, zit ogenschijnlijk goed in zijn vel en kan weer meedraaien in het dagprogramma. Is dat onze graadmeter? Of ligt die in onszelf?
Intentie en verbinding. Twee ontzettend belangrijke woorden in de zorg, maar ook vooral in de maatschappij. Wanneer je met mensen met een verstandelijke beperking mag werken, heb je het geluk omringd te zijn door mensen die meester zijn in deze twee woorden. In mijn werk ben ik verschillende leermeesters tegen gekomen. Mensen die me raakten, recht in mijn hart. Mensen waarvoor ik dit schrijf, waarvoor ik uit mijn comfortzone stap. Voor wat zij mij gegeven hebben en hebben laten zien en voelen. Dankbaar ben ik ze, voor de harde, maar wijze lessen. Leermeesters; een woord dat ik regelmatig gebruik wanneer ik spreek over cliënten waarmee ik in contact kom, maar waarbij ik door sommigen letterlijk recht in mijn gezicht uitgelachen word, want hoe kunnen mensen met zo weinig geschoolde vaardigheden een leermeester zijn?!
Ik gebruik deze woorden niet om deze mensen op een voetstuk te plaatsen of om de uitdagingen goed te praten die ze soms van je vragen of hoe complex het kan zijn. Maar puur omdat ze me zoveel geleerd hebben. Geleerd over het leven, over zijn, over verbinding, over vechten, over lef en durven, over mijn dromen en wensen, voor mezelf, maar ook voor de ander.
Maken we verbinding met de beperking of met de mens?
Intentie en verbinding gaan voorbij aan professionaliteit. Het gaat om de mens, van mens tot mens. Maken we verbinding met de mens of met de beperking? Een vraag die men zichzelf eens zou moeten stellen. In mijn werk heb ik gemerkt dat de meeste mensen die in de gezondheidszorg werken aardig goed geschoold zijn in het maken van verbinding met de beperking. Dit zorgt er echter voor dat we ons continu focussen op tekortkomingen en dingen die niet goed gaan. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ze wel goed gaan? Een vraag die ervoor zorgt dat we uiteindelijk leeggezogen en uitgeblust raken. Door altijd maar op de tekortkomingen en problemen te focussen, krijg je het effect van brandjes blussen, maar hiervan raak je letterlijk uitgeblust. In mijn werk gaat het overgrote deel van de gesprekken over dingen die niet lopen, die niet goed gaan, waar men geen grip op kan krijgen. We nemen onszelf mee in een vicieuze cirkel van negativiteit. En is het ene wat minder negatief geworden, dan gaan we direct door naar het volgende. Wat zal er gebeuren als we onszelf meenemen in een vicieuze cirkel van positiviteit? Als we onszelf trainen in het zien van de mooie momenten, de pareltjes, en de mooie ontwikkelingen. Als we de brandjes even laten voor wat ze zijn en focussen op wat wel goed gaat. Ook al hebben we het voor ons gevoel in het leven van sommige cliënten dan maar over momenten. Laten we het daarover hebben. Laten we die zorgvuldig met een vergrootglas bekijken, want wat gebeurde er? Wat maakt dat positieve moment zo mooi? Welk gevoel geeft het ons? En wat kunnen we doen om nog meer en uitgebreider van zulke momenten te genieten? Samen! Geef de positieve momenten de kans om te groeien door het de aandacht en zorg te geven die het verdient. Daarmee geef je ook de cliënt de positieve aandacht en zorg die hij/zij verdient, onvoorwaardelijk. Uiteindelijk zal het de moeilijke momenten overschaduwen en mogelijk wat lichter en draaglijker maken, voor iedereen. Ik ben van mening dat deze kijk het hele systeem in beweging zal zetten. Het begint bij intentie en verbinding.
Een paar van mijn ervaringen zal ik met jullie delen;
Mark
Eén van de eerste mensen die mij de ogen heeft geopend, is Mark. Een man met een groot, sterk karakter. Vanwege zijn lichamelijke beperking zit hij in rolstoel. Mark kan niet praten en heeft daardoor geen woorden om zichzelf duidelijk te maken. Zou hij die woorden wel hebben, dan zou hij in mijn ogen een man zijn met grote verhalen en een duidelijke mening die hij niet onder stoelen of banken zou steken. Jarenlang is men bezig om afscheid te nemen van de vrijheidsbeperkende bandjes om zijn polsen. Toch kent hij niet anders en bieden die bandjes in zijn ogen en die van zijn omgeving, hem de veiligheid die hij nodig heeft. Draagt hij de bandjes niet, neemt het fysieke geweld op zijn eigen lichaam toe. Van alles wordt er geprobeerd om de bandjes niet meer nodig te hebben, aangezien deze situatie niet wenselijk is, maar het blijft ingewikkeld.
Zijn begeleiders raken vermoeid van zijn sterke karakter. Van het schreeuwen, het slaan, zijn aanwezigheid, het wordt voor velen teveel. Contact wordt functioneel. Als er iets gedaan moet worden, dan zoeken ze elkaars nabijheid. Hoeft er even niets, dan heeft de begeleider eindelijk ruimte voor andere dingen of voor het bijkomen van het contactmoment met Mark. Mark wordt langzaam, oneerbiedig gezegd, het ‘zwarte schaap’ van de groep. Begeleiders draaien speciale diensten op hem. Hebben ze meerdere diensten achter elkaar, dan proberen ze onderling te ruilen, want het is te intensief en te vermoeiend. Onderling wordt er veel gesproken over Mark. Termen als ‘claimend’, ‘op sleeptouw nemen’, ‘veeleisend’, ‘verwend’ worden niet geschuwd.
Ik word, als logopedist, ingeschakeld om mee te kijken met de communicatie. Zou een ondersteunend communicatiemiddel hem helpen inzicht te krijgen in wat er van hem verwacht wordt, waardoor hij wat rustiger zou worden? Al snel blijkt elk middel dat we inzetten een middel voor hem te zijn om te schreeuwen en is het voor hem een grote bron van frustratie. Daarom zijn we videobeelden gaan maken, beelden van contactmomenten tussen hem en zijn begeleiders. Hij ontroert me. Tijdens het bekijken van vele beelden en de gesprekken met begeleiders beginnen we een patroon te zien. In de gesprekken gaat het niet zozeer om wat Mark laat zien en wat we daarmee moeten of kunnen, maar meer; wat gebeurt er bij de begeleider? Wat gebeurt er in het contact? Waar denk je aan? Wat doet het met je? In openhartige gesprekken blijkt dat op de momenten dat de begeleider over andere dingen denkt dan waar ze mee bezig is of nadenkt over dat ze iets spannend vind ‘ojee nu moet ik hem in de tillift brengen, als hij maar niet gaat schreeuwen of slaan’ hij direct begint te schreeuwen of te slaan. Dit is zijn manier om te zeggen ‘Zie mij! Hoor mij! Je bent met mij bezig! Als jij vertrouwen hebt in mij, kan ik ook vertrouwen hebben in jou.’
Nu we dit eenmaal zien, kijken we verder. Verschillende momenten die mij verbaasd doen staan. Een begeleider die aan het bed met hem bezig is, maar intens veel verdriet voelt om een overlijden van iemand uit haar nabije omgeving. Ze kan niet veel hebben. Hij voelt het. Hij kan zich niet tot nauwelijks verwoorden, maar wel klanken maken en enkele korte woordjes. Hij benoemt elke stap die zij moet doen “ok” (sok), “hmm” (hemd) etc. Vervolgens loopt er een begeleider over de gang. Aan het loopje hoort de begeleidster aan het bed dat het die collega is waarmee ze geen klik voelt en die ze er nu net niet bij kan hebben. De collega doet de deur open en op dat moment begint Mark te schreeuwen en dreigt hij zijn hoofd te slaan. De collega bij de deur schrikt en sluit snel de deur. Mark is direct weer rustiger. De begeleider bedankt Mark. Mark glimlacht. Wie is hier de begeleider? Wie helpt wie?
Door de inzichten die men langzaam steeds meer over Mark krijgt, wordt hij meer gewaardeerd voor wie hij is. Voor wat hij voelt en wat hij te bieden heeft. Men praat niet meer in termen als ‘claimend’ of ‘verwend’, maar in termen als ‘ik zie dat je me nu nodig hebt’ en ‘ik voel dat je me wilt helpen’. Men neemt zijn stem serieus en luistert. Ze voelen vaker wat hij wil zeggen of bedoelt. Het verandert de omgeving, maar ook hemzelf. Het gevoel dat er niet meerdere diensten achter elkaar met hem gewerkt kan worden, verdwijnt langzaam. Men komt erachter dat ze daarmee ‘voorwaarden’ stellen aan er voor hem zijn. Hij voelt de voorwaarden en gaat hier niet mee akkoord. Langzaam gaat het functioneel contact over in ‘samen zijn en samen doen’. En vanaf dat moment worden de bandjes steeds vaker vergeten. Het zijn maar korte momenten, maar het is een begin. Een natuurlijke verandering, want stapje voor stapje worden de bandjes overbodig.
Mark vraagt van zijn omgeving dat ze er onvoorwaardelijk en met volle aandacht voor hem zijn op momenten dat ze met hem in contact zijn. Is dat teveel voor gevraagd van iemand die volledig afhankelijk is van een ander? Hij is een spiegel voor de mensen die met hem in contact komen. Hij weet precies de vinger op de zere plek te leggen. Durf je in de spiegel te kijken en het contact met hem en daarmee ook met jezelf aan te gaan? Zo ja, dan sta je ervoor open om te leren en kun je samen leren lezen en schrijven.
Chris
Een andere bijzondere man die ik in mijn leven tegen mocht komen, is Chris. Een man die vanwege zijn zware meervoudige beperking voornamelijk de dag in bed doorbrengt. Niets in de bouw van zijn lichaam is gebouwd zoals het bij een ander is gebouwd. Dit brengt de nodige fysieke uitdagingen met zich mee, zowel voor hemzelf als voor zijn begeleiders. Chris heeft heftige hoestbuien. Zo heftig dat het er regelmatig voor zorgt dat hij blauw aanloopt. Zo’n hoestbui kan ontstaan door een beweging, maar ook doordat hij begint te lachen. Zijn lichaam blijft door zijn spasmes constant in beweging, ontspannen is lastig voor hem.
Veel tijd van de begeleiders gaat zitten in de fysieke uitdaging en de medische zorg van Chris. Zijn hoestbuien zijn veelal beangstigend voor de omgeving. Dit zorgt ervoor dat het contact langzaam vooral functioneel word en men zich bijna handelingsverlegen voelt uit angst hem pijn te doen of een hoestbui te veroorzaken die mogelijk heftige gevolgen zou hebben. De dagelijkse fysieke zorg vraagt veel van zijn begeleiders. Dit maakt dat men buiten de zorgmomenten om, eigenlijk vergeet om tijd en ruimte te maken voor contactmomenten. Ik heb Chris een poos regelmatig bezocht. Chris heeft geen woorden om contact met mij te maken, maar dit is ook niet nodig. Op een gegeven moment merk ik op dat contact intens voelbaar kan zijn. Bij hem ben ik benieuwd naar het effect van woorden die niet hoorbaar zijn. Wat als je je intentie gewoon van binnen voelt en zegt, voelt Chris dit dan ook? Hij bracht mij het belang bij van gewoon Zijn. Van hoe moeilijk het is om soms gewoon je mond te houden en in plaats van de tijd te vullen met woorden of handelingen, de waarde zit in het Samen Zijn. Ik ben bij Chris gaan zitten. Het enige wat ik wilde denken was ‘ik ben er voor jou’. De eerste paar keer merk ik hoe lastig het is om gewoon te zijn en om te vertrouwen dat dat op dat moment genoeg is. Wij zijn gewend om meer te doen, om de tijd te vullen met woorden, maar dit is voor Chris vaak al snel teveel en brengt onrust met zich mee.
Op momenten dat ik er ben, er écht voor hém ben, niet de behoefte voel om de tijd te vullen met woorden, handelingen of aanrakingen, neemt zijn lichamelijke spanning af. Zijn spasmes worden minder groot. Hij maakt momenten van oogcontact die me meer vertellen dan woorden zouden kunnen doen. Uiteindelijk sluit hij vaak zijn ogen en ontspant zijn lijf. Enkele minuten van volledige ontspanning. Samen. Zijn.
Wat een geschenk! En wat heeft hij me veel geleerd. Over voelen, over hoe moeilijk het is om gewoon te Zijn zonder van alles te willen of te doen. Hoe wij gewend zijn om altijd maar onze tijd op te vullen, maar hoe ver dat ons weg leidt van onze werkelijke kern en van de verbinding die we samen kunnen maken. Momenten van verbinding die al het andere een klein beetje draaglijker maken.
Jeremy
De derde persoon waarvan ik mijn ervaringen met jullie wil delen, is Jeremy. Een man die in zijn jonge leven al te veel heeft gezien, gehoord en meegemaakt. Heftige gebeurtenissen. Hij lijkt zich in zijn eigen wereld te hebben gekeerd en contact maken is moeilijk. Ook vanuit hem is het contact met name functioneel. Wanneer hij iets nodig heeft of wanneer hij iets moet doen, is er contact met zijn omgeving. Jeremy kan onverwacht uit de hoek komen en dit maakt hem onvoorspelbaar. Voor veel mensen uit zijn omgeving maakt dit het spannend om met hem te werken. Het voelt onveilig. Men lijkt op een bepaalde manier gevoelsmatig afstand te houden.
Ik ben benieuwd wat er zou gebeuren wanneer je bij hem bent, zonder initiatief te nemen in contact, maar wel te laten voelen ‘ik ben er voor jou’ door steeds opnieuw terug te komen. Alleen voor hem, zonder intentie dat hij iets ‘moet’, gewoon ‘zijn’. En ook dit vind ik spannend. De reacties van Jeremy zijn wisselend. Het ene moment lijkt hij zich bewust van mijn aanwezigheid en andere momenten lijkt hij dit niet op te merken of wijst hij het letterlijk af door weg te rennen. Wat gebeurd er? Al snel wordt me duidelijk dat mijn gedachten en gevoelens voor een groot deel bepalend zijn voor de mate waarin hij de mogelijkheid krijgt om oprecht contact met mij te maken. Voel ik onzekerheid of ben ik er met mijn hoofd niet helemaal bij, reageert hij hier direct op door uit het contact te gaan. Hij gaat letterlijk weg of trekt een deken over zijn hoofd. Ben ik ontspannen, vol vertrouwen en bij hem en mezelf, dan hebben we momenten waarin hij naast me komt zitten en oogcontact met me maakt. Oogcontact dat volledig door je heen snijdt. Oogcontact dat maakt dat je je bijna naakt voelt. Intensief. Samen.
Ook Jeremy eist van mij dat ik er volledig en onvoorwaardelijk ben voor hem. Pas dan geef ik hem de mogelijkheid om een beweging naar mij toe te maken, in veiligheid en vertrouwen. Er volledig, onvoorwaardelijk, met alle aandacht voor iemand en dus ook vooral voor jezelf zijn klinkt echter makkelijker dan het is.
Met deze voorbeelden wil ik niet zeggen dat het er alleen maar om gaat dat je juist niets moet doen en alleen moet Zijn met je cliënt. Dat daarmee alles is opgelost waar je tegenaan loopt. Juist niet. Maar het begint er wel mee. Door te graven in jezelf, door te voelen wat iets met je doet, vind je mogelijk antwoorden op je vragen. Je komt in verbinding met jezelf en met de ander. Vanuit die verbinding kun je verder bouwen. In mijn ogen zijn we echter gewend om direct over te gaan in actie en handelen, helemaal als iets niet loopt zoals we verwachten of gehoopt hadden. De antwoorden vind je echter niet door te kijken naar de ander, maar door te kijken naar jezelf. Écht kijken, met een kritische houding, hoe pijnlijk dat ook kan zijn. Daarmee geef je jezelf bodem onder je eigen voeten, waarmee je ook bodem kunt geven onder de voeten van je cliënt. De cliënt is afhankelijk van jou! En die bodem van jou is nodig om stevig te staan en samen de uitdagingen aan te gaan die op jullie af komen.
Wat vraagt dit alles van een organisatie?
De organisatie is de steunende, prikkelende en stimulerende bodem waarmee men de kans krijgt om in verbinding te Zijn, te ontdekken en te groeien, zowel persoonlijk als professioneel. Je hoeft het niet alleen te doen. Dat is wat ik wens dat de rol van de organisatie is. De rol van de mensen die daar werken, in alle lagen. Alle lagen zijn nodig om in verbinding met elkaar te komen en te blijven, want jij bent de organisatie. Om met z’n allen onze focus te verleggen van verbinding maken met de beperking naar verbinding met de mens.
Een organisatie waar de vraag ‘hoe gaat het met je?’ mét oogcontact en in verwachting én afwachting van een antwoord, gesteld wordt. Door een ieder, aan een ieder. Wanneer deze vraag vaker wordt gesteld, met een open oprechte intentie, zonder oordeel, zal het antwoord als vanzelf verder gaan dan een ongemakkelijk “oh..uh..ja…goed hoor..”.
Het valt mij vaak op dat ik op het werk in een overleg ga met iemand en wanneer ik open met de vraag “hoe gaat het met je?” dat men dan vaak reageert door te vertellen hoe het met de cliënt gaat of hoe het met het werk gaat. Wanneer ik de vraag dan nogmaals stel met de nadruk “hoe gaat het met Jou?” reageert men veelal verbaasd en vaak ongemakkelijk. Wat vervolgens plaats maakt voor een glimlach en een meer eerlijker antwoord. Ik wil graag weten hoe het met iemand gaat en hoe iemand er op dat moment bij zit. Wij kunnen namelijk geen overleg hebben zonder met elkaar in contact te zijn.
Een organisatie waar men niet alleen investeert in functies, cijfers, uren en disciplines, maar vooral investeert in mensen, in talenten en kwaliteiten. In contact.
Een organisatie waar men beseft dat rollen een dynamisch proces zijn, waarbij men gezamenlijk een verantwoordelijkheid draagt en uitdraagt. Wanneer ben jij de begeleider en neem je het voortouw? En wanneer mag je cliënt zijn en leren van een ander, wie dat ook mag zijn? In mijn ogen staan rollen niet vast, maar zijn ze, door hoe wij in de maatschappij leven, in veel gevallen wel vastgeroest. Dit is vooral zichtbaar als het gaat om mensen met een verstandelijke beperking. Misschien kunnen zij ons juist wel leren wat we kunnen doen om dit los te weken en in beweging te brengen?!
Laten we met z’n allen samen zorgen voor elkaar in plaats van dat de mensen die er werken, zorgen voor de mensen die er wonen.
Dit schrijven is bedoeld om beweging te creëren. Om aan het denken te zetten over hoe je in jezelf staat en naar de ander kijkt. Om organisaties naar zichzelf te laten kijken en wellicht om een begin te maken met het verleggen van de focus; een focus van beperking naar kwaliteiten. Van wens naar mens.
Dankjewel dat je de tijd hebt genomen om dit te lezen!!
Ik zou met mijn kennis en ervaring op het gebied van contact, verbinding en communicatie graag met je aan de slag gaan!
Wil je meer in contact staan met jezelf? Of wil je het contact tussen jou en je cliënt of misschien wel iemand anders verbeteren? Wil je niet alleen contact, maar ook meer in verbinding komen? Voel je vrij om mij te bellen of te mailen. Ik ga graag met je op avontuur in de mooie wereld van contact en verbinding.
Je kunt mij bereiken via 06-24710875 of mail naar info@nieuwspoor.nl. Ik hoop van je te horen!
Vriendelijke groet, Marleen
Praktijk Nieuw Spoor te Aalten